Over gevoeligheid

Deze site is onderdeel van de 

Nieuwetijdskinderen Organisatie Nederland opgericht in 1999

lees verder

Hoog Sensitieve Kinderen

Nieuwetijdskinderen zijn overgevoelige, hoog sensitieve kinderen. Zij voelen emoties en verdriet van anderen heel sterk.

Lees verder

Gedichtenbundel over gevoeligheid

De HSP-Gedichtenbundel "Vernissage van de Ziel" van Cornel van Noppen is te bestellen op deze website.

Lees verder
P N

ADHD kenmerken

ADHD kenmerken

Diagnosecriteria voor ADHD, samengesteld door dr. Hallowell en dr. Ratey

Dr. Edward M. Hallowell en Dr. John J. Ratey, twee Amerikaanse ADHD-deskundigen, hebben een lijst samengesteld met criteria die gebruikt kunnen worden om de diagnose ADHD te stellen. De onderstaande punten zijn gebaseerd op grootschalige klinische ervaringen, maar worden nog niet veel gebruikt door Nederlandse deskundigen.

 

Ten minste twaalf van de volgende criteria moeten een chronisch probleem vormen.

  • Een gevoel van onderprestatie. omdat je je doelen niet bereikt. Dit punt staat bovenaan, omdat het de meest voorkomende reden is waarom volwassenen hulp zoeken. “Ik krijg het niet voor elkaar,” is de meest gehoorde uitspraak. Een volwassene met ADHD kan objectief gezien al heel wat bereikt hebben, of doet zijn/haar leven al hulpeloze pogingen iets te bereiken. Hoe dan ook, in beide gevallen kampen de personen met het gevoel gevangen te zijn, niet in staat te zijn hun aangeboren capaciteiten ten volle te benutten.
  • Problemen met het organiseren van je leven. Een belangrijk probleem voor de meeste ADHD-volwassenen. Zonder de structuur die school biedt, zonder ouders die dingen organiseren, wankelt hij/zij door de organisatie-eisen die het dagelijks leven stelt. De zogenaamde ‘kleine dingen’ stapelen zich op en worden hoge obstakels. Een gemiste afspraak, een verloren cheque en een vergeten deadline, en hun wereld stort in.
  • Chronisch uitstellen, problemen ergens mee te starten. Volwassenen met ADHD durven niet goed aan iets te beginnen, gevoed door hun angst dat ze het toch niet goed zouden doen, hierdoor stellen zij zaken uit en proberen dingen te negeren. Dit gedrag vergroot weer de angst aan de (alsmaar groeiende hoeveelheid) taken te beginnen.
  • Veel projecten lopen gelijktijdig, problemen met voortzetten en afronden. Een gevolg van punt 3. Men stopt met iets en begint aan iets anders, maakt dit niet af en gaat weer iets anders doen.
  • Geneigd zijn te zeggen wat in het hoofd omgaat, zonder de noodzakelijke timing of gevolgen ervan in acht te nemen. Zoals een kind met ADHD in de klas, wordt de volwassen ADHD’er gedreven door enthousiasme en ongeremdheid. Een gedachte komt op en moet worden uitgesproken. Tactloosheid en bedrog vervangen in het ergste geval uiteindelijk de kinderlijke uitgelatenheid.
  • Een voortdurende hang naar sterke prikkels (kicks) De volwassen ADHD’er is altijd op zoek naar nieuwe spanning en sensatie: iets in de omgeving dat de concurrentie kan aangaan met de wervelwind die in hem- haarzelf woedt.
  • Een aanleg om snel verveeld te zijn Een gevolg van punt 6. Verveling omringt de volwassen ADHD’er als een gootsteen, altijd klaar alle energie op te zuigen. De ADHD’er blijft achter met de honger naar meer stimulans. Dit kan gemakkelijk verkeerd worden uitgelegd als een gebrek aan interesse. In feite is het een relatief onvermogen interesse voor een langere tijd vast te houden. Zoveel als je ergens om geeft, zo snel loopt je batterij leeg.
  • Snel afgeleid, concentratieproblemen, neiging af te haken of weg te dromen tijdens een conversatie, vaak gekoppeld aan een vermogen zich van tijd tot tijd te hyperfocussen. Dit zijn de voornaamste kenmerken van ADHD. Het moment van ‘uitgeschakeld worden’ is vrij willekeurig en onvrijwillig. Het gebeurt bij wijze van spreken wanneer de ADHD’er even niet kijkt. Het volgende wat je bemerkt, is dat je er niet meer bent. De ongelofelijke gave tot hyperfocussen komt ook veelvuldig voor. De ADHD’er gaat dan zo op in een activiteit dat je voor niets en niemand anders bereikbaar bent. Hallowell en Ratey (de samenstellers van deze lijst) pleiten dan ook voor een andere benaming van het syndroom: AIHD, Attention Inconsistency Hyperactivity Disorder. Er is namelijk geen sprake van een tekort aan aandacht, maar van een inconsequent richten van de aandacht.
  • Vaak creatief, intuïtief en hoogbegaafd. Dit is geen symptoom, maar wel een belangrijk aandachtspunt. Volwassenen met ADHD hebben, doordat zij zoveel prikkels opvangen, meestal een creatieve, associatieve geest. Te midden van hun chaos en afleidbaarheid laten zij flitsen zien van briljante ideeën. Het veroveren van deze bijzondere gave is een belangrijk doel in de therapeutische behandeling van ADHD’ers.
  • Problemen met geijkte routes en het volgen van vastgestelde procedures. In tegenstelling tot wat men vaak denkt, is dit niet het gevolg van onverwerkte problemen met autoriteiten. Het is eerder een uiting van verveling en frustratie: routine betekent het herhalen van handelingen. ADHD’ers ervaren dit als saai en zoeken naar uitdagender manieren. Zij raken gefrustreerd omdat zij niet in staat zijn dingen te doen op de wijze waarop zij verondersteld worden deze te doen.
  • Ongeduldig: lage frustratiedrempel. Frustratie op allerlei gebied herinnert de ADHD’er aan alle mislukkingen in het verleden. “O nee,” denk je “daar gaan we weer!” Woede of terugtrekken is het gevolg. Ongeduld heeft te maken met de behoefte aan stimulans. Anderen zullen dit snel zien als onvolwassen gedrag.
  • Impulsiviteit. Bijvoorbeeld: impulsief geld besteden, plannen wijzigen, nieuwe schema’s of carrièreplannen maken. Dit is een van de meer gevaarlijke van de symptomen bij ADHD-volwassenen, of, afhankelijk van de impuls, een van de meest avontuurlijke.
  • Neiging zich nodeloos, eindeloos zorgen te maken. Wanneer de aandacht niet besteed wordt aan een specifieke taak, ontstaat een chaos aan gedachten in het hoofd van de ADHD’er. Gepieker is hier vaak een gevolg van, omdat de persoon onbewust toch behoefte heeft zich ergens op te concentreren. Het resultaat is dan een destructieve gedachtenstroom.
  • Gevoel van dreigend onheil en onveiligheid afgewisseld met het nemen van grote risico’s. Dit symptoom relateert enerzijds aan de neiging zich nodeloos zorgen te maken en anderzijds aan de aanleg voor impulsief gedrag.
  • Stemmingswisselingen, depressie. Volwassenen (meer dan kinderen) met ADHD voelen zich overgeleverd aan een onstabiel humeur. Dit wordt zowel veroorzaakt door hun ervaringen met frustratie en/of falen als met de neurobiologische invloeden van het syndroom.
  • Rusteloosheid. De volwassene met ADHD toont de hyperactiviteit van het ADHD-kind meestal niet. In plaats daarvan ziet men ‘nerveuze energie': snel praten, trommelen met vingers, steeds verzitten, vaak opstaan van tafel en het verlaten van de ruimte, gespannen aderen in de hals en een snelle gespannen blik in de ogen. Zelfs in rust voelt de ADHD’er zich zenuwachtig, gespannen en overprikkeld.
  • Neiging tot verslaving. Meer dan anderen hebben volwassen ADHD’ers de kans verslaafd te raken, hetzij aan een stof als nicotine, cocaïne, cafeïne of alcohol, hetzij aan een activiteit als gokken, winkelen, eten of werk. Dit heeft onder andere te maken met hun grote behoefte aan prikkels (die de ADHD’er paradoxaal genoeg kalmeren!), hun impulsiviteit en hun neiging tot hyperfocussen. Eetstoornissen komen vaak voor in depressieve periodes.
  • Chronische problemen met gevoel van eigenwaarde. Deze zijn het directe en ongelukkige resultaat van jaren van conditionering: jaren van verteld worden dat men een kluns, een halve gare, een paniekzaaier, een druktemaker, een chaoot, een stumper, een eenling, getikt en anders is. Jaren van frustratie, falen of het niet voorelkaar krijgen leiden tot een negatief zelfbeeld. Het is indrukwekkend te zien hoe veerkrachtig de meeste ADHD’ers nog zijn, ondanks al de tegenslagen.
  • Onnauwkeurige zelfwaarneming. ADHD’ers hebben vaak een beperkte kijk op zichzelf. Zij hebben nauwelijks een idee van de invloed en uitwerking die zij hebben op andere mensen. Dit leidt vaak tot grote misverstanden en diep gekwetste gevoelens.
  • Familiehistorie van ADHD, manische depressiviteit, depressies, drugs- en/of alcoholverslaving, dwanghandelingen of stemmingswisselingen. Sinds bekend is dat ADHD vaak genetisch wordt overgedragen en samenhangt met de andere bovengenoemde stoornissen, is het niet ongewoon dat deze problemen in de familie zijn terug te vinden.

 

Wat is ADHD?

Hoe voelt het, hoe gaat het…

Stel je voor, je leeft in een sneldraaiende caleidoscoop, waarin geluiden, beelden en gedachten constant veranderen. Je voelt je snel verveeld en niet in staat je gedachten te houden bij hetgeen je moet doen. Je wordt afgeleid door onbelangrijke dingen die je ziet en hoort, je hersenen sturen je van de ene gedachte of activiteit naar de volgende. Misschien ga je zo op in je collage van gedachten en beelden dat je niet eens doorheb wanneer iemand tegen je praat. Voor veel mensen is dit de dagelijkse werkelijkheid. Zij hebben Attention Deficit Hyperactivity Disorder, of ADHD.

 

Wat is tijd? Met ADHD verandert tijd in een zwart gat. ADHD’ers hebben constant het gevoel dat alles op hetzelfde moment gebeurt. Dit zorgt voor een gevoel van innerlijke beroering en zelfs paniek. De ADHD’er verliest hierdoor vaak perspectief en de mogelijkheid prioriteiten te stellen. Daarom is hij/zij altijd bezig, met als hoofddoel het proberen te voorkomen dat zijn/haar wereld instort. ADHD’ers hebben ongelooflijk veel problemen met stilzitten, plannen, wachten en het afronden van taken. Zij zijn zich 24 uur per dag bewust van hetgeen er om hen heen gebeurt. Voor hun familie, klasgenoten of collega’s lijken zij te bestaan uit een wervelwind van ongeorganiseerde of dolle activiteiten. Soms gedragen zij zich ineens ‘normaal’, wat anderen doet denken dat de ADHD’er zijn/haar gedrag best onder controle kan houden “als hij/zij maar wil”. Het resultaat hiervan is dat ADHD de relatie met anderen verstoort, niet alleen omdat de ADHD’er beslag legt op bezigheden in het dagelijks leven van anderen, maar ook omdat hij/zij de eigenschap heeft alle energie uit iemand te onttrekken en andermans gevoel van eigenwaarde te ondermijnen. ADHD, ooit hyperkinese of Minimal Brain Dysfunction (MBD) genoemd, is een van de meest voorkomende hersenstoornissen bij kinderen. Ongeveer 3 procent heeft ADHD. ADHD gaat niet over, maar een aantal volwassenen heeft ermee leren leven: dankzij passend werk, een georganiseerde partner of minder specifieke eisen aan ‘de kwaliteit van het leven’. Ongeveer 2 procent van alle volwassenen (18 +), ongeveer 240.000 inwoners van Nederland, lijdt echter dagelijks aan de effecten die concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit hebben op hun bestaan. Deze mensen kijken vaak verbitterd terug op een leven vol mislukkingen, niet-uitgekomen dromen en emotionele pijn. Het meest schrijnende is dat er van die 240.000 nog maar een paar duizend gekend zijn met ADHD. Merendeel loopt in zijn/haar leven vast, niet wetende wat hem/haar mankeert. Anderen krijgen de standaarddiagnoses manisch-depressief of borderline personality, maar kunnen hiermee niet uit de voeten, omdat zij niet manisch-depressief zijn en geen borderline persoonlijkheidsstoornis als hoofdprobleem hebben. Maar er is hulp… en hoop. De laatste tien jaar zijn wetenschappers veel te weten gekomen over de oorzaak van ADHD en hebben methoden ontwikkeld ADHD te herkennen bij kinderen, pubers en volwassenen, en er zijn behandelingsplannen opgesteld: een combinatie van medicijnen, gedragstherapie en technieken die mensen met ADHD kunnen helpen hun aandacht te richten, hun zelfvertrouwen weer op te bouwen en te functioneren op een nieuwe, meer gestructureerde manier.

 

Wat is dan het probleem?

Mark, 14 jaar

Had meer energie dan de meeste jongens van zijn leeftijd. Dit viel niet zo op, want hij was al een menselijke tornado vanaf zijn derde jaar. Thuis speelde hij met alles tegelijk, een spoor van speelgoed achterlatend. Aan tafel keerde hij borden om en praatte aan een stuk door. Hij was roekeloos en impulsief. Hij lette niet op het verkeer, hoewel zijn moeder hem er continu voor waarschuwde. Op de speelplaats leek hij niet wilder dan de andere kinderen, maar zijn neiging extreem te reageren -zoals het slaan van kinderen die hem aanraakten- bracht hem regelmatig in de problemen. Zijn ouders wisten niet wat ze met hem aanmoesten, maar verwachtten dat hij er wel overheen zou groeien. Maar dit deed Mark niet.

 

Lisa 17-jaar

Nu worstelt Lisa nog steeds met concentratieproblemen en gepast gedrag. Maar dit was altijd al moeilijk voor haar. Met schaamte denkt zij terug aan de avond toen haar ouders haar meenamen naar een restaurant omdat zij 12 1/2 jaar getrouwd waren. Ze was zo in beslag genomen door het knalrode haar van de serveerster, dat haar vader haar drie keer aansprak voordat zij zich realiseerde dat ze moest bestellen. Op dat ogenblik hoorde ze zichzelf zeggen: “Wat een lelijke haarkleur!” Ze kon de woorden niet stoppen, ze waren eruit voor ze het wist. Op school was Lisa een dagdromer. Ze was absoluut intelligent, maar kreeg het niet voor elkaar voldoendes te halen. Verschillende malen zakte zij voor haar examens. Zelfs wanneer zij het antwoord op de meeste vragen wist, kon ze zich er niet toe brengen haar gedachten bij het proefwerk te houden. Haar ouders reageerden op haar slechte punten met het inhouden van zakgeld en veel gescheld: “Je bent gewoon lui. Als je meer je best zou doen, dan haalde je wel hogere punten.” Op een dag, nadat Lisa weer een examen had verknald, hoorde de leraar haar snikken “Wat is er met mij aan de hand?”

 

Henry

had een winkel voor houten vloeren. Hij hield van zijn baan, maar al jaren groeiden zijn onafgemaakte vloerprojecten en ideeën voor nieuwe waarvan hij wist dat hij ze nooit zou uitvoeren. Zijn garage was zo volgestapeld met hout dat zijn vrouw en hij grapjes maakten over een kampvuur voor de klanten. Elke dag werd Henry geconfronteerd met zijn frustratie niet in staat te zijn zich lang genoeg te kunnen concentreren om een taak af te ronden. Hij was al eens ontslagen omdat hij in zijn werk als magazijnbediende de inventarisatie niet kon bijhouden en van alles kwijtraakte. Al jaren was hij bang gek te worden. Hij had gesprekken gehad met therapeuten en verschillende medicijnen gebruikt, maar niets hielp hem zich te concentreren. Hij herkende zijn zoon in zichzelf en was bang dat het met hem precies dezelfde kant zou uitgaan.

 

ADHD’ers stuiten vaak op een muur van onbegrip. ADHD heb je namelijk niet ‘wel eens’! Wij, ADHD’ers, hebben ons hele leven al, vrijwel 24 uur per dag, last van concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. Wij voelen ons nooit relaxed en zijn levenslang overspannen. Wij worden doodongelukkig van het feit dat wij niet in staat blijken te zijn een taak af te ronden. In mijn hoofd speelt doorlopend het zinnetje: “O ja, en ik moet ook nog…” En met doorlopend bedoel ik continu. Dus ook wanneer ik al iets aan het doen ben. Wij worden gek van de meest normale dingen: de onaangename geur van iemands parfum, het tikken van een klok, een sok die niet goed zit enz. In feite verstoort bijna alles onze “routine”, verwachtingen en pogingen tot concentreren. Wij raken steeds onze spullen kwijt, bewaren verkeerde dingen en bezorgen onze medewerkers slapeloze nachten, omdat zij door onze toedoen ook hun planningen niet kunnen halen. Wanneer wij geen ordentelijke partner hebben, verraadt ons interieur thuis ons karakter: kamers zijn volgestouwd met spullen, het lijkt vaak wel een rommelmarkt! De chaos onder onze bedden en in de kasten symboliseert de puinhoop in onze hoofden. Anderen wijzen ons op hun rommelige kamers, maar deze anderen flippen niet constant, omdat zij vinden dat alles geordend moet zijn.  Relaties lopen stuk, omdat wij ons snel bij iemand vervelen (soms al na een dag), omdat partners onze stemmingswisselingen niet aankunnen en omdat wij altijd alle aandacht opeisen. Wij hebben anderen nodig om te kunnen functioneren, maar weten niet hoe wij ‘normaal’ met hen kunnen omgaan.

Wij willen wel interesse tonen voor anderen, maar kunnen het gewoonweg niet opbrengen langer dan een x-aantal minuten naar een ander te luisteren, zonder ons eigen verhaal op te dringen. Daarbij hebben wij de neiging, met ons gefriemel, gejaag en gekwetter, iedereen op de zenuwen te werken. Wij vertoonden al voor ons zevende levensjaar ten minste 6 maanden tekenen van ADHD. Wij waren de zogenaamde ‘moeilijke kinderen’. Ons gedrag wijkt nog steeds opvallend af van dat van de meeste andere mensen van onze leeftijd. Bovendien is ons doen en laten een ware handicap voor ons, op minimaal 2 terreinen, bijvoorbeeld: school, thuis, werk of relaties. Kortom: ons buitensporige gedrag begint al heel jong en beperkt zich niet tot één gebied.